Op 24 november organiseert de faculteit Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven het symposium ‘CO2 is in the air’ over de weg naar een klimaatneutrale industrie. Bij de gastsprekers: ArcelorMittal en ExxonMobil, twee van de meest vervuilende multinationals in ons land. In plaats van hen een onkritisch een platform te bieden, zouden we beter een debat organiseren over de rol van deze bedrijven in de klimaatopwarming.
Oorspronkelijk gepubliceerd in De Wereld Morgen.
Auteurs
● Marieke Weckhuyzen, bediende en KU Leuven alumna
● Dr. Jan Tobias Mühlberg, onderzoeker bij KU Leuven
● Valentijn Prové, doctoraatsstudent bij KU Leuven
● Sander Claessens, Comac Leuven en KU Leuven alumnus
● Caroline Sanders, Students for Climate Leuven en studente aan de KU Leuven
● Jonathan Corvers, student aan de KU Leuven
● Tobias Pans, Greenpeace Leuven
“Nationaal en internationaal ontstond de overtuiging dat universiteiten, kennisinstellingen en bedrijven moeten ijveren naar een CO2-neutrale samenleving binnen een realistische periode”, luidt de beschrijving van het ‘Van Cauteren – Dutré Arenbergsymposium’ waar deze bedrijven op 24 november zijn uitgenodigd. Met het idee dat deze twee bedrijven een soort evenwaardige stakeholder zijn naast burgers, politiekers en universiteiten, krijgen ArcelorMittal en ExxonMobil een platform om hun klimaatbeleid uit te leggen.
Al snel ontstond een open brief met meer dan bijna 150 handtekeningen van academici, studenten en middenveldsorganisaties, die zich vragen stellen bij dit platform. Het probleem met de framing van het evenement is dat het de schade en intenties van ArcelorMittal en ExxonMobil verdoezelt. Beiden dragen een enorme verantwoordelijkheid voor de vernietiging van ons klimaat, een verantwoordelijkheid die veel harder is dan die van de gewone bevolking. Bovendien krijgen ze miljoenen subsidies overheidsgeld waar geen enkele garantie voor een sociaal klimaatbeleid tegenover staat.
Een geschiedenis van vervuiling
In België zijn 243 multinationals uit de industrie- en energiesector verantwoordelijk voor 40% van de CO2-uitstoot. De top 5 van die bedrijven, waar ArcelorMittal en ExxonMobil bijhoren(1), is op haar beurt verantwoordelijk voor 20% van alle CO2-uitstoot in België . ArcelorMittal is de grootste vervuiler met 9,4 miljoen ton CO2 in 2019. Oliebedrijf ExxonMobil produceerde datzelfde jaar via de raffinaderij van Esso in Antwerpen 2,1 miljoen ton CO2.
Beide bedrijven hebben een erbarmelijke track record, waaruit duidelijk wordt dat zij hun eigen financiële belangen boven het klimaat, de leefomgeving en de mensen zetten. In Europa behoort ArcelorMittal tot één van de meest vervuilende bedrijven, zowel op vlak van CO2-uitstoot als milieuschade. (2)
CO2-uitstoot als milieuschade . De stoffen die zij de lucht in sturen, dragen bij tot enorme gezondheidsschade en medische kosten voor duizenden mensen.(3) Maar ook wereldwijd draagt het bedrijf bij tot ernstige milieuvervuiling door de ontginning van haar grondstoffen.
ExxonMobils verhaal is nog een pak bekender. Al sinds 1977 wist de oliereus van het bestaan van klimaatverandering, maar tot op vandaag blijft het geld steken in denktanks die twijfel zaaien over het probleem of het regelrecht ontkennen. In de VS staan ze bekend als de hardste lobbygroep tegen klimaatbeleid.(4) Daarnaast geven ze systematisch lagere uitstootcijfers aan dan ze in werkelijkheid vervuilen.(5) Vandaag draait de oliereus 253 miljard dollar omzet met werkzaamheden die leiden tot de vernietiging van onze planeet.
Miljoenen subsidies zonder enige garantie
Ondanks deze geschiedenis zullen ze zich tijdens het symposium graag profileren als bedrijven die hun best doen voor het klimaat. Ze krijgen daar dan ook de nodige subsidies voor van verschillende overheden. Het probleem met die subsidies is dat ze geen enkel effect hebben op hun uitstoot naar beneden krijgen.
Zo krijgen ze elk jaar geld van het Vlaamse klimaatfonds om de kosten van het Europese emissiehandelsysteem (ETS) te compenseren. Onder dat systeem moeten bedrijven emissierechten aankopen om te mogen vervuilen. Door subsidies te geven, wil de regering ‘carbon leakage’ voorkomen: het verhuizen van de productie naar gebieden waar minder strenge klimaatwetgeving is. Nog inbegrepen in de subsidies: miljoenen gratis emissierechten om de zogezegde kosten die ze maken in hun energietransitie te compenseren. Overheden betalen dus de ‘klimaatboete’ van bedrijven, in plaats van dat deze multinationals zelf hun vermogen gebruiken om naar een groene transitie te gaan. Elke financiële druk om de transitie te maken valt zo weg.
Vorig jaar kreeg ExxonMobil meer dan 3 miljoen euro subsidies voor haar ‘indirecte
emissiekosten’.(6 ) Tot voor kort kreeg ExxonMobil daar jaarlijks één miljoen euro te veel van. ArcelorMittal kreeg 13 miljoen euro steun, bovenop 2 miljoen euro ‘strategische
transformatiesteun’ en 4 miljoen ‘strategische ecologiesteun’.(7) Maar de dikste subsidies zijn de gratis emissierechten. Van de 9 miljoen ton CO2 die ArcelorMittal dit jaar zal uitstoten, wordt 7,5 miljoen ton gecompenseerd door gratis emissierechten ter waarde van 450 miljoen euro. ExxonMobil kreeg tussen 2005 en 2015 gratis emissierechten ter waarde van 21,6 miljoen ton CO2. Meer dan hun effectieve uitstoot, waardoor ze er een slordige 4,2 miljoeneuro extra mee verdienden.(8)
Hoewel er dus honderden miljoenen subsidies gaan naar vervuilende bedrijven, daalt de
uitstoot van de sectoren die steun krijgen en emissierechten verhandelen niet meer sinds
2011.(9) Sterker nog, ArcelorMittals directe uitstoot (zonder een gascentrale van Engie die werkt op gas van het bedrijf meegerekend) en ExxonMobils uitstoot stegen zelfs tussen 2013 en 2019. De overheid organiseert een massale transfer van belastinggeld van beneden naar boven om bedrijven als ArcelorMittal en ExxonMobil te laten vervuilen.
Investeringen door de overheid, winst voor de privé
ArcelorMittal kondigde onlangs echter een grootschalige investering aan om de uitstoot van haar productie met 3,9 miljoen ton CO2 te doen dalen door één van haar hoogovens te vervangen door een elektrische, die eerst op aardgas en later op waterstof kan draaien. Op termijn kan haar productie zo inderdaad klimaatneutraal worden, maar de vraag is hoeveel ArcelorMittal daar zelf van betaalt.
De staalgigant beweert dat ze dat niet kan zonder overheidsgeld. Via een joint venture
betaalt het bedrijf en de Vlaamse overheid elk 350 miljoen euro, bovenop een lening van de Europese Investeringsbank (EIB) van 400 miljoen euro.(10) ArcelorMittal Belgium keerde vorig jaar nochtans bijna 100 miljoen euro uit aan haar aandeelhouders en het jaar daarvoor 300 miljoen.(11) In oktober dit jaar legden de arbeiders van de fabriek het werk neer, omdat zij geen enkele vorm van loonopslag in de plaats krijgen. Omdat de staalprijs de lucht in schoot, maakte het concern dit jaar al wereldwijd 4,6 miljard dollar winst.(12)
ExxonMobil maakte dit jaar wereldwijd al 6,7 miljard dollar winst.(13) Niet alleen subsidiëren we dus hun vervuiling, maar ook de groene investeringen die zij perfect zelf kunnen betalen. De kosten zijn voor de gemeenschap, maar de winsten gaan naar de aandeelhouders.
Een debat over publieke middelen
Er is dringend nood aan een breed maatschappelijk debat over de rol van deze bedrijven in de klimaatopwarming en hoe onze overheden hen zonder enige garantie miljoenen euro’s cadeau geven. De huidige opzet van het symposium aan de KU Leuven, dat zonder enige kritische weerklank een platform geeft aan ArcelorMittal en ExxonMobil, is alvast geen goed voorbeeld.
Geld dat veel beter zou kunnen geïnvesteerd worden. Want elke cent is een keuze: geld dat
gaat naar winstgevende multinationals kan ook gebruikt worden om te investeren in
openbaar vervoer, zelf groene energie te produceren, huizen te isoleren of sociale woningen te bouwen. “Het betekent dat we het debat moeten openen over hoe publieke middelen besteed mogen worden om onze industrie klimaatneutraal te krijgen”, schrijft Bond Beter Leefmilieu daarover.(14) “Geven we blanco cheques of vragen we duidelijke return van die bedrijven?”
De faculteit Ingenieurswetenschappen zou beter het format van het debat aanpassen. Ze kan mensen uit de milieubeweging, wetenschappers van het IPCC vakbondsmensen uit die bedrijven zelf aan het woord laten. Daarmee leert ze bovendien een echte wetenschappelijke en kritische houding aan toekomstige ingenieurs aan, die duurzaamheid en kritisch denken hoog in het vaandel dragen. Zo laten we het debat niet over aan de vervuilende multinationals die de oorzaak zijn van de vernietiging van onze planeet.
Noten: