De hogescholen en universiteiten moeten een veilige plek zijn. Seksueel grensoverschrijdend gedrag, machtsmisbruik en doofpotoperaties hebben hier geen plaats. Slachtoffers moeten worden geloofd en daders worden aangepakt. Daarom eist Comac op elke universiteit en hogeschool een onafhankelijk meldpunt, een steunpunt voor slachtoffers en een preventiecampagne tegen grensoverschrijdend gedrag. Hier moet Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts dringend werk van maken. Teken hier de petitie.
Eerst aan de VUB, dan aan de UGent, vervolgens aan de KUL en in Antwerpen. In januari en februari kwamen er verschillende verhalen van grensoverschrijdend gedrag van professoren en docenten tegen studenten, doctoraatsstudenten en assistenten aan onze hoger onderwijsinstellingen. Veel te veel meldingen blijven onbehandeld. Als er al een tuchtprocedure van komt, duren ze te lang en worden slachtoffers het zwijgen opgelegd.
Honderden studenten mobiliseerden zich op 15 februari in heel het land voor acties tegen grensoverschrijdend gedrag. Ook al in november vorig jaar kwamen in Gent 400 en in Brussel 2000 studenten op straat tegen seksueel geweld van barmannen in de studentencafés. Het is duidelijk dat de studenten dit niet meer pikken. En dat is logisch, elke student(e) moet zich veilig voelen in diens studententijd. Om zich te kunnen ontplooien en om ongestoord en zonder angst van de studententijd te kunnen genieten. Tijdens het uitgaan, tijdens activiteiten, én op de campus.
Bij grensoverschrijdend gedrag moeten de slachtoffers geloofd worden en de daders gestraft. Daarom eisen we van Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts drie maatregelen om te strijden tegen grensoverschrijdend gedrag en seksisme aan de hogescholen en universiteiten: een onafhankelijk meldpunt op elke instelling, een steunpunt voor begeleiding van de slachtoffers en een preventiecampagne tegen grensoverschrijdend gedrag. Die maatregelen hebben we nu meer dan ooit nodig
Het probleem van de zwijgcultuur
De eerste meldingen tegen professor archeologie D.T. aan de VUB dateren van 2010, maar toch duurde het elf jaar vooraleer zijn contract met de universiteit werd stopgezet. Aan de UGent deed een studente melding tegen een doctoraatsstudent die betere examenresultaten in ruil voor seks aanbood. Vandaag, drie jaar later en na tientallen keren contact opgenomen te hebben met het meldpunt, werkt de dader nog steeds aan de UGent. Aan de KU Leuven had men meer dan twee jaar en verschillende klachten van doctoraatsstudenten nodig vooraleer een ex-departementshoofd van de faculteit Wetenschappen op een remediëringstraject werd gezet.
En dat is niet verwonderlijk wanneer je weet dat het vaak personeel van de instelling zelf is die moet oordelen over de klachten. Aan de UGent bijvoorbeeld, oordeelt de rector of een klacht geseponeerd wordt of naar de tuchtcommissie gaat. De voorzitter van de tuchtcommissie wordt aangeduid door de decaan van de faculteit Recht en Criminologie. De professoren en docenten dragen twee andere leden voor, die worden verkozen door de Raad van Bestuur, het machtigste orgaan van de universiteit. Daarnaast worden afhankelijk van de klacht nog eens twee leden van het personeel voorgedragen en verkozen. Of er een straf komt en wat die dan wordt, ligt dus volledig in de handen van de collega’s van de dader zelf. Aan de KUL worden formele klachten dan weer behandeld door de rector en de raad van decanen. Ons kent ons.
De bestaande structuren en procedures lijken eerder de instituten en de daders te beschermen, dan de slachtoffers. Dat heeft alles te maken met het feit dat universiteiten en hogescholen financiering krijgen per aantal studiepunten die worden opgenomen aan hun instelling. Dat wil zeggen: hoe meer studenten die zijn ingeschreven, hoe meer geld van de overheid. Zo wordt er een competitie gecreëerd tussen de instellingen voor meer financiering. Het laatste wat een universiteit of hogeschool dan wil, is reputatieschade die studenten zou afschrikken om bij hen te komen studeren.
Het is dus nodig dat meldingen onafhankelijk worden behandeld en beoordeeld, zowel als het gaat om klachten over proffen of docenten, als over incidenten tijdens het uitgaansleven of andere activiteiten. In 2018 pleitte toenmalig minister van Onderwijs Hilde Crevits voor een onafhankelijk meldpunt dat door een overkoepelend orgaan beheerd wordt. Dit voorstel stuitte op verzet van de universiteiten en hogescholen: de meldpunten moesten in het “eigen weefsel” ingebed worden omdat er rekening moest gehouden worden met de “specifieke cultuur” in elke instelling. Als compromis werd het Charter Grensoverschrijdend Gedrag opgesteld en ondertekend door de instellingen: ofwel richt elke instelling een eigen meldpunt op, ofwel komt er een centraal, onafhankelijk meldpunt. Vandaag is hier maar zeer weinig van in huis gekomen. Zo “vermoedt” de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) dat elke hogeschool wel een meldpunt heeft. Bij de universiteiten heeft slechts drie op de vijf een meldpunt (De Morgen, 12 februari 2022, p.4-5). Enkel op de KUL is dat zowel een fysieke plek, als een telefoonnummer, als een emailadres, als een anoniem formulier. Maar ook daar gaat het over een instantie die verweven is met de universiteit zelf.
Elly Audenaert, de persoon achter het meldpunt van de VUB, zegt dat “het door te veel verwevenheid of te veel betrokkenheid handig [kan] zijn om ergens een onafhankelijk orgaan te hebben”. Ook Karen Celis, academisch coördinator voor gelijkheid aan de VUB, wilt de optie bekijken om bepaalde zaken onafhankelijk te organiseren. Ex-KUL-professor Peter Adriaenssens gaat een stap verder en pleit voor een onafhankelijk meldpunt en onafhankelijke tuchtcommissies. Luc Sels, rector van de KU Leuven sluit de deur ook niet voor een onafhankelijk meldpunt. Tijd dus voor Ben Weyts om er werk van te maken.
Eis 1: Een onafhankelijk meldpunt en tuchtcommissie aan elke hoger onderwijsinstelling
Wij eisen dat er een laagdrempelig en onafhankelijk meldpunt voor klachten over grensoverschrijdend gedrag komt en dat een externe tuchtcommissie de sancties beslist. Vandaag zijn de bestaande meldpunten onbekend en niet voldoende uitgebouwd. De tuchtprocedures als gevolg van de meldingen duren vaak te lang of worden zelfs niet opgestart. Zowel de meldpunten als de tuchtprocedures zijn nog te afhankelijk van de machtsrelaties aan de hoger onderwijsinstellingen.
Dit is ons voorstel: richt een onafhankelijk en extern meldpunt, dat een plek krijgt op elke hogeschool en universiteit, georganiseerd door een overkoepelend interuniversitair orgaan. Deze meldpunten hebben een emailadres, een chat, een telefoonnummer, een anoniem formulier en een fysieke plek dichtbij de campus waar studenten naartoe kunnen met hun klacht. De medewerkers moeten voeling hebben met de realiteit van de campus, maar worden aangeworven en betaald door het overkoepelend orgaan. Ze zijn gevormd en geschoold rond grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. De sancties die genomen worden, moeten beslist worden door een externe tuchtcommissie.
Zo zijn de meldpunten laagdrempelig en dicht bij de studenten, zonder verweven te zijn met de instelling zelf. De meldpunten werken met een eengemaakte deontologische code waar alle klachten serieus worden genomen en worden behandeld. Het overkoepelend orgaan moet de bevoegdheid krijgen de klachten te verwerken en de onderwijsinstellingen te verplichten sancties te nemen. Het waakt erover dat de nodige tuchtprocedures geopend worden en snel worden afgehandeld zonder onregelmatigheden. Als dat niet het geval is, kunnen er sancties worden opgelegd aan de hoger onderwijsinstellingen. Dat orgaan zorgt ook voor bundeling van meldingsstatistieken en informatie over hoe de instellingen ermee omgaan. Daarnaast zorgt het voor een uniformisering van de aanpak van de verschillende meldpunten.
Eis 2: Een steunpunt voor de slachtoffers
Er moet aan elke instelling een steunpunt komen voor slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. Het steunpunt moet directe medische hulp kunnen voorzien, het slachtoffer psychologisch bijstaan, helpen indien de persoon klacht in wil dienen bij de politie en helpen een melding te maken bij het meldpunt. Daarom moeten er een medische hulpverlener, een psycholoog, een jurist en een studiebegeleider tewerkgesteld worden. De nodige gesprekken en behandelingen zijn gratis voor de slachtoffer. Het steunpunt moet ook helpen om naar een meldpunt te gaan om melding te maken of klacht in te dienen.
Eis 3: Een preventiecampagne op elke campus
Boven alles moet grensoverschrijdend gedrag voorkomen worden, zodat er geen voorvallen meer plaatsvinden. Daarom moet er ook worden ingezet op een cultuuromslag. Zo denkt 23% van de jongeren dat vrouwen ervan houden geforceerd te worden en dat geweld seksueel stimulerend is voor de vrouw. Een derde van de jongeren vindt dat er geen sprake is van verkrachting als er niet expliciet “nee” wordt gezegd. Een derde denkt ook dat het normaal is aan te dringen om seks te hebben. En 16% denkt dat een aanranding de schuld is van het slachtoffer als ze sexy of “provocerend” gekleed is.
Daarom moet de Vlaamse overheid ook een preventiecampagne lanceren aan elke hogeschool en universiteit. Deze campagne sensibiliseert over wat grensoverschrijdend gedrag en toestemming is, welke straffen er bestaan bij grensoverschrijdend gedrag, etc. Het zorgt er ook voor dat het meldpunt aan elke hogeronderwijsinstelling bekend wordt onder studenten en personeel. De preventiecampagne moet gericht zijn op de problematieken die in de studentenwereld voorkomen: aanranding en verkrachting onder invloed, problematische handelingen tijdens dooprituelen, maar ook machtsrelaties tussen studenten, assistenten en professoren. Het moet ook de verschillende vooroordelen over (seksuele) relaties in vraag stellen, waarvan Amnesty international er enkele heeft geïdentificeerd. De campagne moet gebeuren in de vorm van affiches, video’s, stands op de campussen, interactieve vormingen, enzovoort.
Dit moet stoppen. Seksisme en grensoverschrijdend gedrag moet de wereld uit. Een eerste stap is deze drie maatregelen eindelijk invoeren. Ben Weyts, neem je verantwoordelijkheid. Teken hier de petitie.